”Het ontstaan in Gdańsk 35 jaar geleden van een vakbond die onafhankelijk was van de communistische machthebbers droeg in aanzienlijke mate bij aan de val van het communisme in Polen en in andere Centraal- en Oost-Europese landen” schrijft Piotr Długołęcki, historicus van het ministerie van Buitenlandse Zaken op de vooravond van de herdenking van de oprichting van “Solidarność”.
De situatie in Polen in 1980 was een bijzondere. Het was tien jaar sinds Edward Gierek aan de macht was gekomen en Polen worstelde met een enorme buitenlandse schuldenlast en groeiende tekorten. In juli – als antwoord op verhoogde voedselprijzen – braken stakingen uit in Lublin, die vaak als voorbode worden gezien voor de gebeurtenissen in augustus. Bijna 3 weken na de beëindiging van die staking, op 14 augustus 1980, begon de staking in de Scheepswerf van Gdańsk, gevolgd door andere industriële sectoren die zich aansloten bij de staking.
De kracht van augustus, het protest van de arbeiders, werd veroorzaakt door een aantal tot dan toe bijzondere redenen. De belangrijkste reden was de solidariteit tussen de arbeiders en de oprichting van het Multi-industriële Stakingscomité, die de belangen behartigde van arbeiders van verschillende fabrieken. Daarnaast had de staking het karakter van een bezetting – in tegenstelling tot eerdere (bloedig neergeslagen) stakingen in 1956 en 1970 – de arbeiders protesteerde niet tegen de comités van de communistische partij; ze creëerden hun eigen comités. Dat vergemakkelijkte de onderhandelingen met de machthebbers enorm. Een andere bijzonderheid aan de staking was de samenwerking van arbeiders met vertegenwoordigers van de intelligentsia, die naar Gdańsk kwamen en als adviseurs deelnamen aan de stakingen. Een deel van hen had ervaring in de oppositie, waaronder in de structuren van de KOR (Comité voor de verdediging van de arbeiders). De communistische machthebbers waren niet blij met hun komst, zij vonden dat in de Trójmiasto (Driestad: Gdańsk, Gdynia en Sopot) “elementen van avonturisme en vijandigheid significante invloed kregen, voornamelijk vanuit de KOR”.
De belangrijkste zaak, naast de sociale en politieke eisen, was echter de oprichtig van een vakbond, onafhankelijk van de communistische partij. De stakers eisden ook vrijheid van meningsuiting, de inperking van de staatscensuur en toegang tot massamedia, die tot dan toe volledig onder controle van de machthebbers stonden. De toevoeging van dit soort eisen werd zeer negatief beoordeeld door de machthebbers, die het „eisen met een anti-socialistische karakter” noemden en een bedreiging vormden voor het staatsbestel van het land en voor een „feitelijke legalisatie van de oppositie” zorgden.
Uiteindelijk gaven de machthebbers echter toe aan de vastberadenheid van de stakers met als resultaat de ondertekening van de overeenkomst in Gdańsk en in andere steden waar gestaakt werd. Lech Wałęsa ondertekende namens de stakers de overeenkomst in Gdańsk. De machthebbers gingen akkoord met de ingediende eisen – waaronder de belangrijkste, betreffende de oprichting van nieuwe vakbonden. Gelet op de toenmalige situatie in Polen en de overige zogenaamde Oostbloklanden was dit een beslissing van historische betekenis. Voor het eerst sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog was er in dat deel van Europa een wettige organisatie die niet onder controle stond van de communistische machthebbers. Voorts begon de in september officieel opgerichte en vervolgens bij de Hoge Raad geregistreeerde Onafhankelijke Zelfbesturende Vakbond „ Solidarność” in 1981 met de uitgave van haar eigen krant („Tygodnik Solidarność”). Daarnaast werd „Solidarność” actief in het buitenland met de opening van kantoren in het buitenland en bezoeken van haar vertegenwoordigers om de samenwerking met buitenlandse vakbonden aan te gaan. De onafhankelijk van de machthebbers media-activiteiten en bovenal de onafhankelijke activiteiten in het buitenland waren een doorbraak zonder precedent in het toenmalige beleid van de communistische machthebbers in dat deel van Europa.
De gebeurtenissen van Augustus ’80 werden uiteraard met afkeuring ontvangen in de USSR. Er werd gespeculeerd dat de toestemming voor de oprichting van „ Solidarność” mogelijk een reden is voor militaire interventie door de Sovjetunie. Verder waren de machthebbers van andere socialistische landen bezorgd dat het Poolse voorbeeld „besmettelijk” zal zijn niet alleen in Warschau voor een groei van oppositieactiviteiten zal zorgen die zal leiden tot een inperking van de macht van communistische machthebbers.
De staking en de onderteking van de overeenkomst zorgden ook voor veel belangstelling in West-Europa en de VS. De communistische machthebbers van Polen (PRL) probeerden dat tegen te gaan middels de inperking van de informatievoorziening. Daarvoor werden de activiteiten van buitenlandse journalisten ingeperkt en Poolse diplomatieke posten werd opdracht gegeven om de visaprocedure te vertragen zodat het voor buitenlandse correspondenten moeilijker was om naar Polen te reizen. Consulaire medewerkers werd opgedragen om extra alert te zijn want journalisten probeerden een gewone toeristenvisum te bemachtigen zonder dat het beroep of het echte doel van de reis naar Polen bekend was gemaakt. Voorts moesten Poolse diplomaten een „offensieve” propagandacampagne voeren, teneinde „ het socialisme te verdedigen”.
Deze acties kregen uiteraard niet het gewenste resultuaat – gedurende tientallen maanden was „Solidarność” prominent op de voorpagina te vinden van Westerse kranten en als belangrijkste nieuwsitem van het journaal en radio. De reactie uit het Westen op het ontstaan van „ Solidarność” was gevarieerd. Buitenlandse vakbonden waren enthousiast en boden hulp en samenwerking aan. De bevolking in het Westen reageerde ook positief maar de regeringen in het Westen reageerden terughouden, uit angst voor een destabilisatie van de situatie in Polen en de reactie van de USSR.
Het lijdt echter geen twijfel dat de oprichting van een vakbond die onafhankelijk is van de machthebber een ongekende gebeurtenis was die een doorbraak betekende in niet alleen de Poolse geschiedenis. Zij zorgde in significante mate voor de val van het communisme in Polen en in andere Centraal- en Oosteuropese landen. Tegelijkertijd had ze een aandeel in het democratiseringsproces in een aanzienlijk deel van Europa. Het is immers moeilijk om de omwenteling in 1989 en de afbraak van het communistische systeem los te zien van de eerdere ervaringen van „ Solidarność”. Het blijft een open vraag of het mogelijk was om de loop van de geschiedenis te versnellen en reeds begin jaren tachtig het communistische systeem omver te werpen en de volledige soevereiniteit te herwinnen. Deze kans – mocht die sowieso bestaan – werd definitef de kop ingedrukt door het besluit van de communistische machthebbers in Polen om de staat van beleg af te kondigen.
Piotr Długołęcki, historicus bij het ministerie van Buitenlandse Zaken
Fot. Mirosław Stepniak/Reporter/EastNews
Bron: Ambassade van de Republiek Polen te Den Haag: http://www.haga.msz.gov.pl/nl/nieuws/